-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
= Begin hier – deze lossenring wordt beschreven in de tekst. Ga verder met het symbool over punt op de cirkel en haak naar links | |
= vaste om de ring | |
= halve vaste in de steek/om de lossenlus | |
= stokje in de steek | |
= op het begin van de toer haakt u 1 losse (deze losse staat gelijk aan 1 vaste in de hoogte) en eindig de toer met 1 halve vaste in deze losse | |
= op het begin van de toer haakt u 3 lossen (deze 3 lossen staan gelijk aan 1 stokje in de hoogte) en eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer. | |
= 2 lossen | |
= 3 lossen | |
= 4 lossen | |
= 5 lossen | |
= deze toer wordt niet gehaakt; hij is reeds gehaakt en laat alleen zien hoe de volgende toer in de steken wordt gehaakt. |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Sunset Shopper |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Gehaakte tas in DROPS Big Delight. Het werk wordt van onder naar boven gehaakt met sterpatroon op de onderkant.
DROPS 211-27 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. HAAKTIP (voor de losse): 1 losse zou even breed moeten zijn als 1 vaste in de breedte. Zorg ervoor dat de lus die u haakt voor de losse een beetje opgetrokken wordt zodat hij niet te strak is. Als de lossen te strak zijn gaat het patroon samentrekken op de delen waar veel lossen zijn. INFORMATIE VOOR HET HAKEN: Op het begin van elke toer van stokjes haakt u 3 lossen; deze 3 lossen vervangen het eerste stokje, dus sla 1 stokje vanaf de vorige toer over. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer. Op het begin van elke toer van vasten haakt u 1 losse; deze losse vervangt de eerste vaste, dus sla de eerste steek van de vorige toer over. De toer eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TAS – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt in de rondte gehaakt, van onder naar boven. TAS: Haak 4 lossen met haaknaald 3.5 mm en Big Delight en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerst gehaakte losse. Haak A.1 in de rondte. Als A.1 klaar is zijn er 3 lossen en 18 stokjes op de toer. Haak de volgende toer als volgt: Haak A.2 een keer (= de eerste herhaling toont tevens het begin en einde van de toer), haak dan A.3 in totaal 5 keer = 6 blaadjes op de toer. Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 en A.3 klaar zijn, zijn er 42 lossenlussen op de toer. Voeg 1 markeerdraad in, in de laatste toer. Het werk wordt gemeten vanaf deze markeerdraad. Haak verder in lossenlussen in de rondte zonder verdere meerderingen als volgt: Haak halve vasten tot het midden van de eerste lossenlus, * haak 5 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus *, haak van *-* in de rondte zonder dat u elke toer eindigt. Haak tot de tas 38 cm meet vanaf de markeerdraad en eindig ongeveer boven het begin van de toer op de onderkant van de tas. Haak halve vasten tot het begin van de volgende lossenlus. Haak dan de rand met bandjes zoals beschreven hieronder. RAND MET BANDJES: TOER 1: Haak 3 lossen (staat gelijk aan 1 stokje), 3 stokjes om dezelfde lossenlus, dan 4 stokjes om elke lossenlus tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 168 stokjes op de toer. TOER 2: Haak 1 stokje in elk stokje. TOER 3: Haak 1 stokje in elk van de eerste 28 stokjes, dan losjes 75 lossen – denk om HAAKTIP, sla de volgende 28 stokjes over, haak 1 stokje in elk van de volgende 56 stokjes, losjes 75 lossen, sla de volgende 28 stokjes over en haak 1 stokje in elk van de laatste 28 stokjes. TOER 4: Haak 1 vaste in elk van de eerste 28 stokjes, 1 vaste in elk van de 75 lossen, 1 vaste in elk van de volgende 56 stokjes, 1 vaste in elk van de 75 lossen en 1 vaste in elk van de laatste 28 stokjes. TOEREN 5-8: Haak 1 vaste in elke steek. Knip en hecht de draad af na de laatste toer. Tot het einde haakt u 1 toer aan de binnenkant van de tas door in het midden van de 28 steken op de onderkant van het bandje te beginnen. Haak 1 vaste in elk van de 14 vasten, 1 vaste in elk van de 75 steken op het bandje en 1 vaste in elk van de 14 steken tot het midden. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste. Knip en hecht de draad af. Herhaal op het andere bandje. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (16)
Renate Natalie wrote:
Jeg fatter ikke i det hele tatt hvordan jeg skal gjøre det i aller siste runde. På innsiden? Hvem hva hvor??? Hvordan?
18.09.2023 - 17:04DROPS Design answered:
Hei Renate. Jo, tenk deg at 1 hank ser ut som en oppned U og du har 28 masker i bunnen av U`en (som er oppned). Det er 168 masker rundt toppen av vesken og disse 28 maskene er en del av toppen. Nå skal du starte midt i U`en og hekle 1 fastmaske i hver av de 14 fastmaskene, hekle 1 fastmaske i hver av de 75 maskene på hanken (altså på innsiden av U`en) og hekle 1 fastmaske i hver av de 14 maskene til midten, avslutt med 1 kjedemaske i første fastmaske. Klipp og fest trådene. Gjenta på den andre hanken. mvh DROPS Design
26.09.2023 - 13:24Mirte Van Geenen wrote:
Bedankt voor dit mooie patroon. Wat ik niet goed snap: eerst staat er dat de eerste drie lossen (begin van patroon) het eerste some vervangen, maar in A2 is dat niet zo, waardoor er in het eerste "setje" (van de zes) steeds een extra stokje zit, als het ware. Het lijkt me beter om dat eerste stokje dus te vervangen. Bedankt!
17.10.2022 - 20:41DROPS Design answered:
Dag Mirte,
Volgens mij kan je inderdaad het eerste stokje vervangen door 3 lossen. Eerlijk gezegd begrijp ik even niet de reden van dat extrastokje.
26.10.2022 - 09:28Patricia wrote:
Quand vous dîtes : 'Crocheter des mailles coulées jusqu'au milieu du premier arceau', s'agit-il de crocheter une maille coulée dans chacune des mailles en l'air jusqu'au milieu du premier arceau? puis quand vous dîtes : '*5 mailles en l'air, 1 maille serrée autour de l'arceau suivant *, répéter de *-* tout le tour, et sans terminer chaque tour', on ne fait pas de maille coulée à la fin de chaque tour et on travaille donc en spirale, c'est bien ça? Merci de votre aide.
21.09.2022 - 12:31DROPS Design answered:
Bonjour Patricia, tout à fait, il faudra effectivement plusieurs mailles coulées pour arriver au milieu du 1er arceau. Effectivement, vous allez crocheter en spirale, autrement dit, mettez un marqueur/repère dans le 1er arceau si vous le souhaitez, sinon continuez simplement en rond à raison de 5 mailles en l'air + 1 maille serrée dans chaque arceau jusqu'à la hauteur indiquée. Bon crochet!
21.09.2022 - 17:11Thilde wrote:
Hei ihr Lieben, Ich bin etwas ratlos bei der Anleitungsbeschreibung. Ich habe A1 sowieso A2 gehäkelt aber wie und wo fängt A3 an? Denn wenn ich es einfach an das Ende von A2 anschließe habe ich ca 20 Blätter statt 6…
10.02.2022 - 20:01DROPS Design answered:
Liebe Thilde, am Anfang beginnen Sie mit A.1 = nach A.1 sind es 18 Stäbchen. Jetzt häkeln Sie A.2 und A.3 in der Runde wie folgt: A.2 am Anfang der Runde (= nur 1 Mal) über die ersten 3 Stäbchen, dann wiederholen Sie A.3 5 Mal (= 5 Mal über je 3 Stäbchen = 15 Stäbchen). So haben Sie die 18 Stäbchen gehäkelt und 6 Blätter insgesamt in der Runde. Viel Spaß beim häkeln!
11.02.2022 - 09:14Monique wrote:
Goedendag, wat een leuk patroon. Ik vroeg mij af hoeveel rondes van lossenboogjes je haakt vanaf de markeerdraad tot je ongeveer 38 cm. hebt. Op de foto van de sunset shopper nr 26 tel ik er 22 of 23. Klopt dat? Ik vind het een beetje moeilijk meten want het zakt uit neem ik aan. Ik haak ook met naald 3,5. Alvast dank voor het antwoord.
08.07.2021 - 21:27DROPS Design answered:
Dag Monique,
Om te meten kun je het werk het beste plat neerleggen en zorgen dat de diameter van de onderkant klopt. De tas zal inderdaad uitzakken door het gebruik en het hangt natuurlijk ook af van het gewicht aan spullen wat je erin stopt.
20.07.2021 - 15:14Jutta wrote:
Hallo, ich verstehe die letzte Reihe : abschließende Reihe an der Innenseite der Träger nicht. Wie soll ich denn da eine Reihe häkeln ? Gibt es dazu ein Video?
23.06.2021 - 11:27DROPS Design answered:
Liebe Jutta, diese Lektion zeigt, wie man eine andere Tasche häkelt, aber ab Bild 32 bis 35 (= letztes Bild) zeigt man, wie man diese Reihe an der Innenseite der Träger häkelt. Hoffentlich kann es Ihnen helfen. Viel Spaß beim häkeln!
23.06.2021 - 14:03Jenny D wrote:
Bonjour, j'ai du mal à comprendre le diagramme A2. Il est precisé dans "info crochet" que le rang débute par 3 mailles en l'air qui remplacent la première bride, mais A2 commence par 3 mailles en l'air puis on a 3 fois le symbole d'une bride (avant celui des 2 mailles en l'air), ce qui donne visuellement 4 brides pour le pétale formé par A2. Le pétale A2 doit être différente des 5 pétales A3? En vous remerciant par avance pour votre aide
02.06.2021 - 15:55DROPS Design answered:
Bonjour Jenny, cette "info crochet" ne s'applique qu'à la bordure, pas au diagramme, autrement dit lorsque l'on fait référence à cette astuce. Dans A.2, vous crochetez les 3 mailles en l'air du début du tour comme dans le diagramme, ces mailles en l'air ne vont pas remplacer la 1ère bride dans la 1ère moitié, puis, à partir du 7ème rang, elles remplaceront la 1ère bride (et on saute la bride du tour précédent, comme le montre le diagramme). A.2 se fait au début du tour, vous répétez ensuite A.3 et terminez le tour par 1 mc dans la 1ère m de A.2. Bon crochet!
02.06.2021 - 16:16Alison wrote:
What a lovely pattern! This is the first time I have crocheted a bag and I am so pleased with the results. I did 35 rounds from the marker to the band at the top. I made the straps wider by going round 4 times rather than once in the final step. Thank you for the great pattern and UK crochet terms!
07.08.2020 - 08:06Ettie wrote:
I completed diagram A1 but in A2 can you tell me where I place the starting 3 chains and 2 trebles? Thanks.
21.07.2020 - 14:12DROPS Design answered:
Dear Ettie, work A.2 over A.1, ie the 3 chains are for the beg of the round (= 1st dc), and work then 1 dc (US-English) in each of the next 2 stitches (= 3 dc in A.2), 2 chain stitches, then work A.3 (= 1 dc in each of the next 3 dc, 2 ch) around. Happy crocheting!
29.07.2020 - 08:33Christine Gundlach wrote:
Hallo, ich habe eine Frage zum Arbeiten von D 211-27. Die A1 ok, aber A2 bis Zeile 8 ok und dann verstehe ich es nicht mehr. Wann und wie wird A3 gearbeitet? Vielleicht können Sie mir es einfacher erläutern!!??? Viele Grüße von Christine
09.07.2020 - 16:20DROPS Design answered:
Liebe Christine, A.2 und A.3 werden gleichzeitig bei den selben Runden gehäkelt, dh A.2 beginngt die Runde, und dann häkeln Sie A.3 insgesamt 5 Mal bis zur Ende der Runde = so haben Sie insgesamt 6 Blätter (das erste Blatt = A.2, die 5 nächsten = die 5 Rapporte A.3). Viel Spaß beim häkeln!
09.07.2020 - 16:55