Jonas |
|||||||||||||
|
|
||||||||||||
De set bevat: Gebreid vest, broek, muts en sokken met Scandinavisch patroon voor baby en kinderen in DROPS BabyMerino.
DROPS Baby 19-32 |
|||||||||||||
-------------------------------------------------------- VEST: -------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon M.1 tot en met M.5. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- VEST: LIJF: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet 153-177-201 (223-245) st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant middenvoor) met rondbreinld 2 mm en ijsblauw. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av met 1 st recht en 1 kant st in RIBBELST - zie boven – aan iedere kant middenvoor (gezien vanaf de goede kant). Ga verder met naturel in boordsteek. Wissel als de boordsteek 4-4-4 (5-5) cm meet naar rondbreinaald 2,5 mm en brei 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 24-30-36 (40-44) st gelijkmatig = 129-147-165 (183-201) st. Plaats een markeerdraad 33-37-42 (46-51) st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven = 63-73-81 (91-99) st tussen de markeerders voor het achterpand. Ga verder in M.1 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant middenvoor – LET OP: brei de een na laatste st op de nld als de eerste st in M.1 om het patroon symmetrisch te maken aan beide kanten middenvoor. Ga na M.1 verder in M.2 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van ongeveer 15-17-20 (23-26) cm – pas zo aan dat het minimaal 2 nld na een nld met stippen in het patroon is - M.3 (denk erom de een na laatste st op de nld als de eerste st in M.3 te breien om het patroon symmetrisch te maken aan beide kanten middenvoor). Splits TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 17-18-21 (24-27) cm het werk bij de markeerders voor de armsgaten en brei de voorpanden en het achterpand apart verder. ACHTERPAND: = 63-73-81 (91-99) st. Zet 1 nieuwe st op aan iedere kant (= kant st voor de naad) = 65-75-83 (93-101) st. Ga verder in M.3 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Brei na M.3 patroon M.4 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant – LET OP: de pijl in M.4 geeft het midden van het achterpand aan, tel de st richting de zijkant vanaf hier om te zien waar u moet beginnen in M.4. Brei na M.4 het werk af in ijsblauw. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 27-29-33 (37-41) cm de middelste 23-25-27 (27-29) st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant 2 st af langs de hals in de volgende nld = 19-23-26 (31-34) st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 28-30-34 (38-42) cm. RECHTER VOORPAND: = 33-37-42 (46-51) st. Zet 1 nieuwe st op richting het armsgat (= kant st voor de naad) = 34-38-43 (47-52) st. Ga verder in M.3 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Brei na M.3 patroon M.4 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant – LET OP: pas het patroon aan zodat het netjes wordt middenvoor, er dient 1 st in lichtblauw middenvoor te komen na de kant st en voor 1 naturel vierkant of kruis. Brei na M.4 het werk af in ijsblauw. Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 24-26-29 (33-36) cm 9-9-10 (11-12) st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant af voor de hals aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 2-2-2 (1-1) x 2 st en 2-2-3 (3-4) x 1 st = 19-23-26 (31-34) st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 28-30-34 (38-42) cm. LINKER VOORPAND: Als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld. MOUW: Wordt in de rondte gebreid. Zet 48-50-56 (58-64) st op met breinld zonder knop 2 mm en ijsblauw. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av, en ga verder met naturel in boordsteek. Ga bij een hoogte van 4-4-4 (5-5) cm verder met breinld zonder knop 2.5 mm. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 11-13-13 (15-15) st gelijkmatig = 37-37-43 (43-49) st. LEES DE REST VAN DE BESCHRIJVING VOOR DE MOUW DOOR VOOR U VERDER GAAT! Brei M.1 – pas zo aan dat het patroon netjes in het midden komt, zie de pijl in het telpatroon. Ga na M.1 verder in M.2 (pas zo aan dat het patroon netjes in het midden komt, zie de pijl) tot het werk ongeveer 16-16-18 (23-26) cm meet – pas zo aan dat het minimaal 2 nld na een nld met stippen in het patroon is. Brei nu M.5 (pas zo aan dat het patroon netjes in het midden komt, zie de pijl in het telpatroon) – brei zo nodig het werk af in ijsblauw na M.5 tot het de juiste lengte heeft. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 5-6-6 (7-7) cm 2 st midden onder de mouw. Herhaal dit meerderen in totaal 11-13-13 (15-15) keer als volgt: MAAT 1/3 MAANDEN en 12/18 MAANDEN en 2 JAAR: elke 4e nld, MAAT 6/9 MAANDEN: elke 3e nld, MAAT 3/4 JAAR: elke 5e nld = 59-63-69 (73-79) st – verwerk de gemeerderde st gaandeweg in het patroon. Kant losjes af bij een hoogte van ongeveer 19-19-21 (26-29) cm (M.5 is nu klaar en er zijn misschien een paar nld in ijsblauw gebreid.) AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht. LINKER VOORBIES: Neem ongeveer 75-83-93 (105-115) st op (deelbaar door 2 plus 1 st) langs het linker voorpand met nld 2 mm en naturel. Brei boordsteek, 1 st recht/1 st av met 1 st recht en 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (gezien vanaf de goede kant). Kant als de voorbies 2 cm meet af met recht boven recht en averecht boven averecht. RECHTER VOORBIES: Als de linker voorbies maar maak na 1 cm 5-5-5 (6-6) knoopsgaten gelijkmatig verdeeld – plaats het onderste knoopsgat ongeveer 1.5 cm vanaf de onderkant en het bovenste knoopsgat ongeveer 4 cm van de hals (het laatste knoopsgat wordt op de halsbies gemaakt). 1 KNOOPSGAT = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op in de volgende nld. HALS: Neem aan de goede kant ongeveer 87 tot 117 st op rond de hals - inclusief de st op de hulpdraden aan het voorpand en neem ook st op over de voorbiezen (het aantal st moet deelbaar zijn door 2 plus 1 st) met rondbreinld 2 mm en naturel. Brei boordsteek, 1 st recht/1 st av met 1 st recht en 1 kant st in ribbelst aan iedere kant middenvoor (gezien vanaf de goede kant). Maak TEGELIJKERTIJD na 1 cm 1 knoopsgat in lijn met de anderen op de voorbies. Ga als de hals 2 cm meet verder met ijsblauw en brei 1 nld boordsteek en kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Naai de mouwen in het lijf naast de kant st. Naai de knopen aan. -------------------------------------------------------- BROEK: -------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon M.1 en M.2. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MINDEREN: Begin 2 st voor de markeerdraad en brei als volgt: 2 st recht samen, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- BROEK: Wordt in de rondte gebreid vanaf de taille naar beneden. Zet 142-150-160 (166-172) st op met rondbreinld 2 mm en ijsblauw – begin van de nld = middenachter. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av en ga verder met naturel in boordsteek. Ga als de boordsteek 4 cm meet verder met rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 16-18-22 (22-22) st gelijkmatig = 126-132-138 (144-150) st. VERHOOGDE DEEL MIDDENACHTER: Ga nu verder in M.2 en brei TEGELIJKERTIJD een verhoging middenachter als volgt: brei 10-11-11 (12-12) st vanaf het begin van de rondte, keer het werk (haal om een gaatje te voorkomen de eerste st recht af en trek de draad stevig aan). Brei 20-22-22 (24-24) st en keer het werk. Brei 30-33-33 (36-36) st en keer het werk. Brei 40-44-44 (48-48) st en keer het werk. Ga zo nog 8 keer verder en brei steeds 10-11-11 (12-12) st meer voor iedere keer dat u het werk keert (= 12 verkorte toeren in totaal). Ga nu verder in M.2 in de rondte over alle st. MEERDEREN: Plaats bij een hoogte van 13-16-17 (18-19) cm vanaf de taille (gemeten middenvoor) een markeerdraad aan het begin van de nld en een markeerdraad na 63-66-69 (72-75) st (om middenvoor en middenachter aan te geven). Meerder nu 1 st aan iedere kant van beide markeerders (= 4 st gemeerderd per nld) elke 3e nld in totaal 6 keer = 150-156-162 (168-174) st. Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 18-21-22 (23-24) cm vanaf de taille (gemeten middenvoor). PIJP: Brei 75-78-81 (84-87) st - begin middenachter en zet de overgebleven st op een hulpdraad. Ga verder in de rondte met M.2 als hiervoor - plaats een markeerdraad aan de binnenkant van de pijp = begin van de nld. Minder nu 1 st aan iedere kant van de markeerdraad – zie TIP VOOR HET MINDEREN - in totaal 14-13-12 (11-10) keer als volgt: MAAT 1/3 MAANDEN: afwisselend elke 2e en 3e nld, MAAT 6/9 MAANDEN: afwisselend elke 3e en 4e nld, MAAT 12/18 MAANDEN: afwisselend elke 4e en 5e nld, MAAT 2 JAAR: afwisselend elke 6e en 7e nld en MAAT 3/4 JAAR: afwisselend elke 9e en 10e nld = 47-52-57 (62-67) st. Brei M.1 bij een hoogte van ongeveer 27-33-36 (42-49) cm vanaf de taille - pas zo aan dat het minimaal 2 nld na een nld met stippen in het patroon is– begin aan de bovenkant van het telpatroon en zie de pijl die het midden van de rondte aangeeft (= buitenkant van de pijp). Ga na M.1 verder met naturel en breinld zonder knop 2 mm. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 11-12-13 (16-17) st gelijkmatig = 58-64-70 (78-84) st. Ga verder in boordsteek, 1 st recht/1 st av tot het werk 36-42-46 (52-59) cm meet vanaf de taille (de boordsteek meet nu ongeveer 5-5-6 (6-6) cm), ga dan verder met ijsblauw, brei 1 nld boordsteek en kant losjes af in boordsteek. Brei de andere pijp op dezelfde manier. -------------------------------------------------------- MUTS: -------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon M.7. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- MUTS: Wordt eerst in de rondte gebreid vanaf de onderkant naar boven en brei dan het werk verder heen en weer op de nld. De nld begint middenachter. Zet LOSJES 220-244-256 (280-288) st op met rondbreinld 2 mm en naturel en brei 1 nld boordsteek 1 st recht/1 st av. Ga verder met ijsblauw in boordsteek. Ga als de boordsteek 3-3-3 (4-4) cm meet verder met rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld tricotst met ijsblauw en minder TEGELIJKERTIJD 52-52-64 (64-72) st gelijkmatig = 168-192-192 (216-216) st. Brei nu M.7. Na M.7 staan er 154-176-176 (198-198) st op de nld en ga verder in de rondte met ijsblauw in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder TEGELIJKERTIJD in de 3e nld na M.7, 14-16-16 (18-18) st gelijkmatig – dus brei iedere 10e en 11e st samen, MAAR zorg dat de minderingen boven de minderingen in de laatste nld van M.7 komen. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 4 keer – LET OP: brei voor iedere mindering 1 tricotst minder tussen iedere mindering op de nld = 98-112-112 (126-126) st op de nld en het werk meet ongeveer 10-10-10 (11-11) cm. Brei 2 nld tricotst en minder TEGELIJKERTIJD in de tweede nld 8-18-16 (26-22) st gelijkmatig = 90-94-96 (100-104) st. Ga verder met rondbreinld 2 mm en brei boordsteek, 1 st recht/1 st av, tot de boordsteek 2.5-2.5-2.5 (3-3) cm meet. Ga nu verder heen en weer gebreid op de nld en brei de volgende nld vanaf middenachter als volgt: brei de boordsteek als hiervoor over de eerste 35-36-37 (38-39) st, zet de volgende 21-23-23 (25-27) st op een hulpdraad (zonder deze st te breien) = middenvoor. Ga weer verder met nld 2.5 mm, keer het werk en brei 1 nld av aan de verkeerde kant, meerder TEGELIJKERTIJD 26-32-34 (44-50) st gelijkmatig = 95-103-107 (119-127) st op de nld. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, * 1 st recht/3 st av *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn en eindig met 1 st recht en 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder in boordsteek heen en weer gebreid op de nld. Zet bij een hoogte van 11-12-13 (14-15) cm de middelste 31-31-35 (39-39) st op een hulpdraad voor het midden van de muts. Brei 1 nld recht aan de goede kant, brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en brei 1 nld recht aan de goede kant over de buitenste 32-36-36 (40-44) st aan een kant van het werk, kant dan af in rechte st aan de verkeerde kant. Herhaal aan de andere kant van het werk. Zet de 31-31-35 (39-39) st van de hulpdraad terug op de nld en ga verder in boordsteek met 1 ST RECHT en 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (gezien vanaf de goede kant) tot het middenstuk (bovenkant) van het werk 11-12-12 (14-15) cm meet vanaf waar de st op de hulpdraad zijn gezet. Brei 2 nld ribbelst en kant alle st af. AFWERKING: Naai het middenstuk van het werk aan iedere zijkant van het werk met nette, kleine st naast 1 kant st aan iedere kant. BOORDSTEEKRAND ROND DE OPENING AAN DE VOORKANT: Neem ongeveer 120 tot 160 st op (deelbaar door 2) rond de opening (inclusief de st van de hulpdraad aan de voorkant) met rondbreinld 2 mm en ijsblauw. Brei boordsteek, 1 st recht/1 st av, in de rondte tot de boordsteek 4 cm meet en kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de boordsteekrand dubbel naar de verkeerde kant en zet vast met nette kleine st. -------------------------------------------------------- SOKKEN: -------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MINDEREN (voor middenachter op de pijp): Minder 1 st aan iedere kant van de 3 middelste st middenachter (= 1 st recht en 1 st av en 1 st recht) door 2 st av samen te breien. PATROON: Zie telpatroon M.6. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- SOKKEN: Zet 58-66-72 (78-82) st op met breinld zonder knop 2 mm en naturel. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av, en ga verder met ijsblauw in boordsteek. Minder bij een hoogte van 2-3-4 (5-6) cm 2 st middenachter – zie TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen iedere 2 cm in totaal 5 keer = 48-56-62 (68-72) st. Ga als de boordsteek 10-11-12 (13-14) cm meet verder met breinld zonder knop 2.5 mm. Brei 1 nld tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 6-10-16 (16-20) st gelijkmatig = 42-46-46 (52-52) st. Brei 1 nld tricotst over alle st. Zet nu de eerste 16-17-17 (19-19) st en de laatste 16-17-17 (19-19) st van de nld op verschillende hulpdraden = 10-12-12 (14-14) st over op de nld voor het midden van het werk. Brei 4-5-5.5 (7-8) cm tricotst over deze st. Zet nu de st van de hulpdraden terug op de nld en neem TEGELIJKERTIJD 11-13-15 (18-22) st op aan iedere kant van het midden van het werk = 64-72-76 (88-96) st. Knip de draad af en begin de nld nu middenachter. Brei 1-2-4 (5-7) nld tricotst in de rondte over alle st met ijsblauw. Ga verder in M.6 - LET OP: voor maat 12/18 maanden zijn er 2 gelijke herhalingen van M.6 middenachter. Brei na M.6, 1 nld tricotst met ijsblauw en brei dan 1 nld av over alle st en kant nu alle st af behalve de 10-12-12 (14-14) st van het midden van het werk. Ga verder in RIBBELST - zie boven - heen en weer over deze st voor de zool. Kant als de zool 10-11-12 (14-16) cm meet alle st af. Naai de zool aan de sokken met nette kleine st. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (29)
Pia Persson wrote:
Hej, Stickar mössan; när man kommer till halsresåren; strl 40/42, minska 8 m till =90 m. sticka resår i 2,5 cm. nästa v stickas så här från mitt bak: sticka över de 35 m , sätt följ 21 m på 1 tråd (utan att stickas), vänd och sticka samtidigt som det ökas 26 m= 95 m. Hur får ni ihop den matematiken? Gör gärna en video så man ser.
07.02.2021 - 14:57DROPS Design answered:
Hej Pia. Du har 90m från början och sätter 21 m på en tråd + att du ökar 26 m. 90-21+26=95m. Mvh DROPS Design
08.02.2021 - 07:51Deni wrote:
I'm knitting socks size 12/18 months.I've worked 5.5 cm stocking st on middle piece but I don't understand how to slip sts back on needle and at the same time pick up sts from the middle part.Than it says work 4 rounds stocking st in the round-does it mean actually working in the round?
26.10.2020 - 10:54DROPS Design answered:
Dear Deni, work the middle 12 sts on needle (top of foot), pick up sts along the left side of the mid top of foot, work stitches from threads, pick up sts along the right side of mid top of foot, join and continue in the round (= first of the 4 rounds in stocking stitch). Happy knitting!
26.10.2020 - 12:27Benyó Nóra wrote:
A sapka leírását hol találom?
13.10.2019 - 16:53Andy wrote:
The pattern itself is nice as long as you make sure to line up your polka dots. You kind of have to keep an eye on it. Create a chart for the decreases as well. But the suggested yarn left me very disappointed. It is spun very loosely and will stretch enormously the second you get it wet for blocking. It ruined this piece for me.
02.02.2019 - 18:45DROPS Design answered:
Dear Andy, BabyMerino has to be worked rather tight than loose (see informations on its shadecard) and read more about Merino care here. Happy knitting!
04.02.2019 - 14:41Marine wrote:
J'ai fait mon échantillon en aller-retour, pensez-vous qu'il y ait une incidence avec le fait que le modèle se tricote en rond ? Merci
17.10.2017 - 14:06DROPS Design answered:
Bonjour Marine, essayez de conserver la même tension quand vous tricotez en rond, et ainsi, tout sera juste. Bon tricot!
17.10.2017 - 15:48Marine wrote:
Pourriez-vous me dire combien de cm doit faire la circonférence au niveau des côtes avec les 220 mailles ? Merci de votre réponse
17.10.2017 - 13:04DROPS Design answered:
Bonjour Marine, je suis désolée, nous n'avons pas cette mesure, mais si votre échantillon en jersey est juste, votre ouvrage aura les bonnes dimensions. Bon tricot!
17.10.2017 - 13:57Marine wrote:
Bonjour, Lorsque j'ai monté 220 mailles pour la collerette sur des aiguilles circulaires de 40 cm de long et que j'ai tricoté 2 cm de côtes, la circonférence de mon tricot mesure environ 40/ 45cm alors que pour 220 mailles il devrait faire beaucoup plus ! Mon échantillon fait 26 mailles, que se passe-t-il, je ne comprends pas ! Merci de votre aide
16.10.2017 - 23:12DROPS Design answered:
Bonjour Marine, les 220 mailles se tricotent d'abord en côtes 1/1 ce qui va resserrer la circonférence, après les côtes, vous diminuez 52 m, vous tricotez M.7 et ses diminutions au dernier rang, il vous restera 154 m. Si votre échantillon est juste, continuez simplement. Bon tricot!
17.10.2017 - 09:29Geray wrote:
Bonjour, Merci pour votre réponse. Je veux savoir combien mesure le tour de la collerette en bas, au niveau des épaules car il n'y a pas de schéma où cela est indiqué afin de savoir si mon tricot correspond bien. Merci
11.10.2017 - 12:38DROPS Design answered:
Bonjour Madame Geray, avec un échantillon de 26 m = 10 cm en jersey, le bas de la cagoule mesurera environ 65 cm (sur 168 m jersey dans M.7). Bon tricot!
11.10.2017 - 13:48Geray wrote:
Bonjour, J'ai bien compris qu'il faut partir avec 220 mailles pour la taille 1/3 mois, mais j'aimerais savoir combien mesure la largeur de la collerette épaules à épaules au niveau des côtes 1/1 quand elle est réalisée ? Merci d'avance
10.10.2017 - 18:56DROPS Design answered:
Bonjour Mme Geray, les côtes 1/1 mesurent 3 cm + M.7, on arrive à environ 10 cm + 2 tours jersey et on va tricoter en côtes pour le cou. Bon tricot!
11.10.2017 - 08:54Geray wrote:
Je suis en train de réaliser la taille 1/3 mois. Merci
09.10.2017 - 19:48DROPS Design answered:
Bonjour Mme Geray, en taille 1/3 mois, vous commencez avec 220 m pour le bas de la cagoule. Bon tricot!
10.10.2017 - 09:25