Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Ready to Fly |
|
|
|
Gebreid baby kruippak met aangebreide mouwen in DROPS Snow.
DROPS Baby 16-15 |
|
RIBBELST (in de rondte gebreid): Brei 1 nld recht, 1 naald av. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): Brei alle nld recht. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder door 1 omsl te maken. Brei de omsl in de teruggaande naald gedraaid om een gaatje te voorkomen. KNOOPSGATEN: Kant af voor de knoopsgaten op het rechter voorpand. 1 knoopsgat = kant de 3e st af vanaf middenvoor en zet 1 nieuwe st op in de teruggaande naald. Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van: MAAT 1/3 maanden: 22, 29, 36, 43 en 49 cm MAAT 6/9 maanden: 26, 34, 42, 50 en 58 cm MAAT 12/18 maanden: 30, 39, 48, 57 en 66 cm MAAT 2 jaar: 33, 41, 49, 57, 65 en 72 cm MAAT 3/4 jaar: 41, 48, 56, 63, 71 en 78 cm KRUIPPAK: Wordt gebreid vanaf onder naar boven op nld zonder knop en op de rondbreinld. Begin aan de onderkant van de linkerpijp! LINKER PIJP: Wordt in de rondte gebreid op nld zonder knop. Zet 26-28-30 (34-36) st op met nld 7 mm en Snow. Brei 5 cm ribbelst – ZIE BOVEN. Ga verder in tricotst – plaats een markeerdraad aan het begin van de naald (= binnenkant van de pijp). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder bij een hoogte van 10 cm 1 st aan iedere kant van de markeerdraad – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal deze meerderingen iedere 2-2-2½ (3-4) cm in totaal 4-5-6 (6-7) keer = 34-38-42 (46-50) st. Kant bij een hoogte van 20-23-27 (30-38) cm 2 st af links van de markeerdraad (= aan de achterkant van de pijp) = 32-36-40 (44-48) st. Zet de st op een hulpdraad. RECHTER PIJP: Zet op en brei als de linker pijp, maar in spiegelbeeld, dus kant 2 st af aan de rechterkant van de markeerdraad aan de bovenkant. KRUIPPAK: Zet 4 st op (=middenvoor) met rondbreinld 7 mm, Brei de rechterpijp op de rondbreinld, brei de linker pijp op de rondbreinld en zet dan 4 nieuwe st op aan het einde van de naald (=middenvoor) = 72-80-88 (96-104) st. Plaats 2 markeerders in het werk, 19-21-23 (25-27) st vanaf iedere kant (om de zijkanten aan te geven). Ga verder in tricotst heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor met 6 ribbelst aan iedere kant middenvoor (= voorbies). DENK EROM AF TE KANTEN VOOR DE KNOOPSGATEN – ZIE BOVEN. Verdeel bij een hoogte van 43-51-59 (64-69) cm het werk bij de markeerders en zet beide voorpanddelen op een hulpdraad. ACHTERPAND: = 34-38-42 (46-50) st. Zet nieuwe st op aan iedere kant voor de mouwen. Zet losjes op aan de einde van iedere naald: 2-2-3 (3-3) keer 4 st en 1 keer 10-11-10 (14-18) st = 70-76-86 (98-110) st. Ga verder in tricotst met 5 ribbelst aan iedere kant (= mouwboorden). Kant bij een hoogte van 53-62-71 (77-83) cm de middelste 8-10-10 (12-12) st af voor de hals en brei iedere kant apart verder. Kant 1 st af op de hals in de volgende naald = 30-32-37 (42-48) st over voor iedere schouder/mouw. Kant alle st af bij een hoogte van 55-64-73 (79-85) cm. LINKER VOORPAND: = 19-21-23 (25-27) st. Zet de st terug op de naald en zet op voor de mouw aan de zijkant als beschreven voor het achterpand = 37-40-45 (51-57) st. Kant bij een hoogte van 51-60-68 (74-80) cm af voor de hals middenvoor aan het begin van iedere naald: 1 keer 6 st en 1-2-2 (3-3) keer 1 st = 30-32-37 (42-48) st over voor de schouder/mouw. Kant alle st af bij een hoogte van ongeveer 55-64-73 (79-85) cm – pas aan zodat het voorpand even hoog wordt als het achterpand. RECHTER VOORPAND: Brei als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld – denk om de knoopsgaten! AFWERKING: Naai de schoudernaden en de bovenste mouwnaden. Naai de onderste mouwnaden. Plaats de rechter voorbies op de linker voorbies aan de onderkant van het voorpand en zet ze samen vast. Naai de opening tussen de pijpen dicht. KRAAG: Neem ongeveer 26-30-32 (34-38) st op langs de hals met rondbreinld 7 mm en Snow. LET OP: Neem geen st op over de voorbiezen. Plaats een markeerdraad op iedere schouder. Brei ribbelst heen en weer gebreid op de nld, meerder tegelijkertijd 1 st aan iedere kant van beide markeerders in iedere 4e naald – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN! Kant af als de kraag 5-5-6 (6-7) cm hoog is. Naai de knopen aan. Vouw ongeveer 5 cm van de onderkant van de pijpen om naar de goede kant. |
|
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (31)
Elina wrote:
This size 86/92 was huge for my 1,5 year-old.
03.01.2024 - 08:22Elise wrote:
Hei! Hvordan syr saman skulder- og overarmssømmane kant i kant? Tusen takk for hjelpen!
17.02.2023 - 00:38DROPS Design answered:
Hej Elise, du finder mange monteringsvideoer som passer til nederst i opskriften :)
23.02.2023 - 14:57Vera Rama wrote:
Hallo, also sollte nicht zum Schluss der Schritt ein wenig zugenäht werden?
04.10.2022 - 21:12DROPS Design answered:
Liebe Frau Rama, ja sicher und danke für den Hinweis, das schreiben wir noch dazu. Viel Spaß beim stricken!
06.10.2022 - 07:42Aurélie wrote:
Bonjour, Dans les explications, je ne comprends pas le moment, où il faut tricoter les jambes, après avoir monter les 4 mailles. Faut-il tricoter la jambe en entier ? Ou bien rabattre des mailles et le tricoter comme l'assemblage des manches dans le modèle little baby jack ? Je demande celà, parce qu'il est demandé de coudre l'entrejambe à la fin du tricot. Merci d'avance.
31.01.2021 - 17:39DROPS Design answered:
Bonjour Aurélie, lorsque vous avez monté les 4 mailles du milieu devant, tricotez les mailles de la jambe droite, puis celles de la jambe gauche et terminez par monter 4 mailles. Vous avez maintenant toutes les mailles des 2 jambes sur la même aiguille. À la fin, vous fermerez la petite ouverture qu'il y aura entre les 2 jambes par une couture - les 2 mailles rabattues (et non diminuées, correction faite, merci pour votre retour) de chaque jambe. Bon tricot!
01.02.2021 - 10:22Masome wrote:
Excuse me,I totally confused! I cast on 4sts on circular needles and then knit right leg and left leg.cast on 4sts at the end of round. But now how should I continue? If I knit,the left and right leg will join together.what should I do?😖😖😖
25.11.2020 - 16:39DROPS Design answered:
Dear Masome, you now work back and forth in stocking stitch with 6 sts in garter stitch on each side, ie after this first row, turn and work as follows: K6, Purl until 6 sts remain, K6 - and knit all stitches from RS. Happy knitting!
25.11.2020 - 16:51Masome wrote:
Hello dear I have a question.at the beginning of knitting,we need three double pointed needles or five?
17.11.2020 - 16:21DROPS Design answered:
Dear Masome, whichever that feels hand for you, but generally, five might be more comfortable. You can also use a shorter circular (60 cm long or so) needle too. Happy Knitting!
17.11.2020 - 22:46Breda wrote:
Comment avoir le patron sur la boite mail
22.06.2019 - 23:10DROPS Design answered:
Bonjour Breda, vous pouvez simplement imprimer ce modèle en cliquant sur l'icône "imprimer: Explications", et choisir une imprimante virtuelle pour le sauvegarder en .pdf - ou bien l'ajouter à vos favoris si vous le souhaitez. Bon tricot!
24.06.2019 - 08:39Anna wrote:
Ich stricke gerade den Overall in Größe 86 und weiß bei den Zunahmen für die Ärmel nicht weiter.Ich habe beidseitig 3x 4 Maschen zugenommen und habe nun 74 maschen auf der Nadel.Wie geht es jetzt weiter? In der anleitung stehen diese zahlen: 10-11-10 (14-18) M. 1 Mal = 70-76-86 (98-110) M.) Damit kann ich nichts anfangen. Wieviel Maschen muss ich links und rechts desw Rückens zunehmen und wieviele Reihen muss ich stricken?LG Anna
15.12.2017 - 10:46DROPS Design answered:
Liebe Anna, beim Rückenteil müssen die Maschen für die Ärmel am Ende jeder Reihe angeschlagen werden, dh 3 x 4 M auf beiden Seiten (= insgesamt 12 M x 2 Seiten = 24 neue Maschen) + 1 x 14 M auf beiden Seiten (= insgesamt 14 M x 2 Seiten = 25 neue Maschen), dann haben Sie: 46 M + 24 M + 28 M = 98 M. Viel Spaß beim stricken!
15.12.2017 - 11:09Anna Bruch wrote:
Ich würde den Anzug gerne filzen und frage mich, in welcher Größe ich ihn dann stricken muss, damit er nach dem Filzen Größe 50/56 hat.
22.11.2017 - 12:03DROPS Design answered:
Liebe Frau Bruch, wir können leider jeder unserer Anleitung nach jeder Anfrage anpassen, der Anzug wird hier nicht gefilzt, Sie sollen Ihre Maschenprobe vor/nach Filzen stricken bzw messen und damit die Anleitung anpassen. Es wird aber schon dicker, nehmen Sie bitte Kontakt mit Ihrem DROPS Händler auf, gerne werden sie Ihnen weiterhelfen. Viel Spaß beim stricken!
22.11.2017 - 17:37Deborah Armstrong wrote:
When casting on new stitches on the left front piece I don't understand the directions. If I follow as per back piece than the total number of stitches don't add up. Example... There are 21 stitches on my needle to begin...if I add 4 to both ends that will be 16 which is a total of 37. Then I add on 11 sts one time on both ends which will be 22 for a total of 59. The pattern says I should have 40 stitches. Please clarify. And thank you very much for your lovely patterns.
12.09.2015 - 11:55DROPS Design answered:
Dear Mrs Armstrong, when working left front piece you will cast on sts for sleeve on one side only (towards back piece and no sts cast on towards mid front): 21 sts + (2 x 4 sts) + 11 sts= 40 sts. Happy knitting!
14.09.2015 - 09:03