DROPS 70-14 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DROPS Trui met strepen van 2 draden “Silke-Tweed” en “Vienna”. Maat S - XL. Handschoenen met kabels van “Karisma”. Sjaal van “Vienna”.
DROPS 70-14 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TRUI: Steekverhouding: 15 st x 19 nld met 2 draden Silke-Tweed op breinld 6 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien. Ribbelst (op de rondbreinaald): 1e nld recht, 2e nld averecht. Herhaal steeds de 1e en 2e nld. Patroon: Zie teltekening - M.1. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Tip afkanten (geldt voor het armsgat en de hals): Alle minderingen gebeuren aan de goede kant! Kant af binnen 4 st tricotsteek aan weerszijden. Kant af als volgt na de 4 kantsteken: Haal 1 st r af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st. Kant af als volgt voor de 4 kantsteken: 2 r sm. Voorpand: Zet 72-76-80-85 st (inclusief 1 kantst aan weerszijden) op met breinld 5,5 mm en Vienna. Brei 4 nld ribbelst. Wissel naar breinld 6 mm en 2 draden Silke-Tweed = 1 draad bruin + 1 draad donker lila. Brei verder volgens teltekening M.1 tot de gewenste afmetingen. Let op de steekverhouding! Meerder vanaf een hoogte van 6-6-7-7 cm 5 keer 1 st aan weerszijden op iedere 5 cm = 82-86-90-95 st. Kant bij een hoogte van 36-37-39-40 cm aan weerszijden 4-5-6-7 st af voor het armsgat. Kant daarna 7-7-8-9 keer 1 st af aan weerszijden binnen 4 st in iedere 2e nld - zie Tip afkanten = 60-62-62-63 st. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58 cm de middelste 18-18-18-19 st af voor de hals. Kant daarna 5 keer 1 st af aan beide halszijden af binnen 4 st in iedere 2e nld - zie Tip afkanten = 16-17-17-17 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 58-60-62-64 cm. Achterpand: Zet op en brei zoals het voorpand. Kant voor het armsgat af als bij het voorpand en brei verder tot een hoogte van 56-58-60-62 cm. Kant nu de middelste 26-26-26-27 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st aan beide halszijden af (kant hier de buitenste st af, niet binnen 4 st) = 16-17-17-17 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 58-60-62-64 cm. Mouwen: Zet 39-40-41-42 st (inclusief 1 kantst aan weerszijden) op met breinld 5,5 mm en Vienna. Brei 12 cm ribbelst. Wissel naar breinld 6 mm en 2 draden Silke-Tweed = 1 draad bruin + 1 draad donker lila. Brei M.1 tot de gewenste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van 11-12-12-14 cm baan weerszijden op iedere 3-2,5-2,5-2 cm = 63-66-67-70 st. Kant, als de mouw een totale hoogte heeft van 47-46-45-45 cm, af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 1-1-1-1 keer 3 st, 4-3-3-3 keer 2 st en 0-1-3-4 keer 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerszijden tot een totale hoogte van 57-57-57-58 cm. Kant de resterende st af. Afwerken: Sluit de schoudernaden. Neem ca 66 tot 72 st op rond de hals ( begin middenvoor met st opnemen) met breinaalden zonder knop 5,5 mm en Vienna. Brei rond. Brei 8 nld ribbelst. Deel daarna het halsboord middenvoor en brei verder ribbelst heen en weer op de breinld. Kant alle st af als het halsboord een hoogte heeft van 15 cm. Naai de mouwen in de trui. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de kantsteek als naadtoeslag. SJAAL: Steekverhouding: 9 st x 20 nld met Vienna op breinld 8 mm in patentsteek = 10 x 10 cm. Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien. Patentsteek: 1e nld (goede kant): * 1 r, 1 omslag, haal 1 steek av af, *, herhaal steeds *-* 2e nld (verkeerde kant): * 1 omslag, haal 1 steek av af, brei de volgende st en de omslag r sm *, herhaal steeds *-* 3e nld (goede kant): * brei de volgende st en de omslag r sm, 1 omslag, haal 1 steek av af *, herhaal steeds *-* Herhaal steeds de 2e en 3e nld (Vanaf de 2e nld zijn de st met de omslag altijd rechte st. De omslag ligt over de st, brei de omslag recht samen met de st). Sjaal: Zet losjes 21 st op met breinld 8 mm en 2 draden Vienna . Knip 1 draad af en brei patentsteek – zie de beschrijving hierboven – met 1 st ribbelst aan weerszijden. Kant bij een hoogte van 150 cm alle st losjes af met 2 draden en r boven r en av boven av. HANDSCHOENEN: Steekverhouding: 23 st x 32 nld met Karisma op breinld 3 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. Patroon: Zie teltekening – M.5, De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Rechter Handschoen: Zet 54-58 st op met sokkenbreinld 2,5 mm en Karisma. Brei rond. Brei 2 cm tricotsteek voor het beleg. Brei de volgende nld als volgt: * 2 r sm, 1 omslag *, herhaal steeds *-* (= omslagrand). Brei 2 cm tricotsteek – minder in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 8 st = 46-50 st. Brei daarna 4 cm Boordsteek. Wissel naar sokkenbreinld 3 mm en brei de nld als volgt: 2-3 tricotst, M.5 over 20 st, 2-3 tricotst (deze 24-26 st = handrug), 1 st tricotst voor de duim (plaats 1 markeerring in deze st), 21-23 tricotst = handpalm. Meet steeds vanaf dit punt het werk! Brei verder volgens dit Patroon. Meerder vanaf een hoogte van 1-2 cm 5-6 keer 1 st voor een spie bij de duim aan weerszijden van de duim-st in iedere 4e -3e nld = 56-62 st – brei de gemeerderde st in tricotst. Zet de 11-13 duim-st op een hulpnld. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven deze st = 46-50 st. Brei verder tot een hoogte van 9-10 cm. Zet de 24-26 st van de handrug op een hulpnld = hulpnld-1 en de 22-24 m van de handpalm op een andere hulpnld = hulpnld-2. Brei nu de vingers als volgt: Pink: Neem 5-5 st op van hulpnld-1 en 4-5 st van hulpnld-2, zet ook 2 nieuwe st op aan de kant van de ringvinger = 11-12 st. Brei tricotsteek tot de vinger een hoogte heeft van 5-6 cm. Brei nu alle st 2 aan 2 samen. Rijg een draad door de resterende st. Maak de draad goed vast. Zet alle st van de hulpnaalden terug op de breinld. Brei 3 nld in hetzelfde Patroon als eerder. Zet de st weer op hulpnld-1 en hulpnld-2. Ringvinger: Neem 6-7 st op van hulpnld-1 en 6-6 st van hulpnld-2. Zet ook 1 nieuwe st op aan weerszijden naast de andere vingers = 14-15 st. Brei tricotsteek tot de vinger een hoogte heeft van 7-8 cm. Brei nu alle st 2 aan 2 samen. Rijg een draad door de resterende st. Maak de draad goed vast. Middelvinger: Neem 7-7 st op van hulpnld-1 en 6-7 st vanhulpnld-2. Zet ook 1 nieuwe st aan weerszijden naast de andere vingers = 15-16 st. Brei tricotsteek tot de vinger een hoogte heeft van 8-9 cm. Brei nu alle st 2 aan 2 samen. Rijg een draad door de resterende st. Maak de draad goed vast. Wijsvinger: Neem de resterende 6-7 st op van hulpnld-1 en 6-6 st van hulpnld-2. Zet ook 2 nieuwe st op aan de kant van de middelvinger = 14-15 st. Brei tricotsteek tot de vinger een hoogte heeft van 6-7 cm Brei nu alle st 2 aan 2 samen. Rijg een draad door de resterende st. Maak de draad goed vast. Duim: Zet de 11-13 duim-st op de breinld. Neem ook 3-3 st op tussen de duim en de wijsvinger = 14-16 st. Brei tricotsteek tot de duim een hoogte heeft van 5-6 cm Brei nu alle st 2 aan 2 samen. Rijg een draad door de resterende st. Maak de draad goed vast. Afwerken: Sla het beleg om naar binnen en zoom het vast. Naai met kleine steekjes alle openingen tussen de vingers dicht. Brei nog een handschoen in spiegelbeeld. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |