Pink Peony Cardigan |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Flora. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met zadelschouders, kantpatroon en ¾ lengte mouwen. Maat: S - XXXL
DROPS 232-26 |
|||||||||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 knoopsgat = brei aan de goede kant zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht om een gaatje te maken. Minder voor het eerste knoopsgat gelijk na de boordsteek in de hals, minder dan de volgende 4-4-4-5-5-5 knoopsgaten zoals uitgelegd hierboven met ongeveer 9-9-9-10-10-10 cm tussen elk. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Vind uw maat in de telpatronen. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor het meerderen voor de zadelschouder, mouwen en pas aan de goede kant): VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting rechts gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek. NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting links gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de meerderingen voor de zadelschouder op de verkeerde kant) VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting rechts gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek. NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting links gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei de halsrand en de pas heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Meerder steken voor de zadelschouder, meerder dan steken voor de mouw, en meerder steken voor de pas. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. HALSRAND: Zet 170-178-182-186-194-198 steken op rondbreinaald 2.5 mm met DROPS Flora. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 6 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 8 steken over zijn op de naald, 2 recht en eindig met 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 3 cm. Als de boordsteek gebreid is, brei dan 1 naald recht op de verkeerde kant en minder 13-17-17-17-17-17 steken verdeeld (minder niet over de steken in de voorbies) = 157-161-165-169-177-181 steken. Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies - lees uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Voeg een markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald midden voor – MEET NU HET WERK VANAF HIER! Voeg daarnaast 4 nieuwe markeerdraden in het werk zoals uitgelegd hieronder - dit wordt gedaan zonder de steken te breien en elk van deze 4 markeerdraden worden ingevoegd tussen 2 steken. Gebruik de markeerdraden bij het meerderen voor de zadelschouder. Deze moeten een andere kleur hebben dan de markeerdraad bij de hals. 1e markeerdraad: Begin midden voor, tel 31-32-33-34-36-37 steken (= voorpand), voeg de 1e markeerdraad in de volgende steek. 2e markeerdraad: Tel 22 steken vanaf de 1e markeerdraad (= schoudersteken), voeg de 2e markeerdraad in voor de volgende steek. 3e markeerdraad: Tel 51-53-55-57-61-63 steken vanaf de 2e markeerdraad (= achterpand), voeg de 3e markeerdraad in voor de volgende steek. 4e markeerdraad: Tel 22 steken vanaf de 3e markeerdraad (= schoudersteken), voeg de 4e markeerdraad in voor de volgende steek. Er zijn 31-32-33-34-36-37 steken over op het voorpand na de 4e markeerdraad. Verplaats deze 4 markeerdraden in de hoogte tijdens het breien, meerder later op elk van deze markeerdraden. MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDER: Lees het volgende deel helemaal door voordat u verder gaat! Ga verder met breien met 6 voorbiessteken in ribbelsteek, A.2 over de volgende 25-26-27-28-30-31 steken, tricotsteek over de volgende 22 steken, A.3 over de volgende 51-53-55-57-61-63 steken, tricotsteek over de volgende 22 steken, A.4 over de volgende 25-26-27-28-30-31 steken, en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. A.1 toont een herhaling van het patroon, bij het meerderen van steken voor de zadelschouder worden de nieuwe steken in dit patroon gebreid. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant 4 steken voor de zadelschouder als volgt: Meerder 1 steek VOOR de 1e en de 3e markeerdraad en meerder 1 steek NA de 2e en de 4e markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN -1. Let op dat u alleen op het voorpand en het achterpand meerdert en dat het aantal schoudersteken gelijk blijft. Meerder op de volgende naald op de verkeerde kant voor de zadelschouder als volgt: Meerder 1 steek VOOR de 4e en de 2e markeerdraad en meerder 1 steek NA de 3e en de 1e markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Dus meerder verschillend aan de goede kant en op de verkeerde kant zodat de steken mooi liggen. Ga zo verder in het patroon en meerder op iedere naald (dus vanaf zowel de goede kant als op de verkeerde kant) 24-28-30-32-32-32 keer in totaal = 253-273-285-297-305-309 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei de gemeerderde steken in patroon A.1. Zorg ervoor dat A.1 past over de steken van A.2, A.3 en A.4. Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 8-8-9-10-10-10 cm vanaf de markeerdraad bij de hals. Meerder dan voor de mouwen zoals uitgelegd hieronder. MOUWMEERDERINGEN: Brei in tricotsteek over de steken op de mouwen, patroon op dezelfde manier als hiervoor op het lijf en 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 4 steken voor de mouwen als volgt: Meerder 1 steek NA de 1e en de 3e markeerdraad en meerder 1 steek VOOR de 2e en de 4e markeerdraad. Let op: meerder nu alleen op de mouwen maar het aantal steken op het voorpand en het achterpand blijft hetzelfde. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek. Meerder zo op iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant) 26-28-32-34-30-28 keer in totaal = 357-385-413-433-425-421 steken. Het werk meet nu ongeveer 23-24-28-30-28-27 cm vanaf de markeerdraad in de hals. PASMEERDERINGEN: Dit deel geldt alleen voor de maten XL, XXL en XXXL, in de maten S, M en L zijn de meerderingen klaar. Verplaats de 4 markeerdraden van de mouwmeerderingen zodat elk van de 4 markeerdraden in de buitenste steek zit aan elke kant op de voorpanden en het achterpand. Er zijn 90-82-78 steken tussen de steken met de markeerdraad op elke mouw. Meerder op de volgende naald 8 steken voor de pas door zowel voor als na elk van de 4 steken met de markeerdraad te meerderen - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder steken op de voorpanden, het achterpand en beide mouwen, en brei de gemeerderde steken in A.1 op het achterpand/ de voorpanden en in tricotsteek op de mouwen. Meerder zo iedere andere naald 2-7-11 keer in totaal = 449-481-509 steken. ALLE MATEN: = 357-385-413-449-481-509 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, meet het werk ongeveer 23-24-28-31-32-33 cm vanaf de markeerdraad in de hals. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan zo verder als hiervoor zonder te meerderingen tot de juiste afmetingen. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt: Brei de eerste 55-60-63-68-75-80 steken (voorpand), zet de volgende 74-78-86-94-96-100 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-12-14-16 nieuwe steken op onder de mouw, brei de volgende 99-109-115-125-139-149 steken (achterpand), zet de volgende 74-78-86-94-96-100 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-12-14-16 nieuwe steken op, brei de laatste 55-60-63-68-75-80 steken (voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 225-245-261-285-317-341 steken. Brei A.1 heen en weer gebreid met 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor, brei de steken die niet in A.1 passen in de zijkant, in tricotsteek. Brei tot het werk 21-22-20-19-20-21 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 46-50-52-58-64-68 steken verdeeld = 271-295-313-343-381-409 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 1 recht *, herhaal van *-* tot er 7 steken over zijn op de naald, 1 averecht, en eindig met 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 4 cm. Kant dan losjes af. Het vest meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUWEN: Zet de 74-78-86-94-96-100 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-8-10-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouw = 82-86-96-106-110-116 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden onder de mouw, dus in het midden van de 8-8-10-12-14-16 steken die opgezet zijn onder de mouwen. Begin de naald op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Brei in tricotsteek tot de mouw 20-19-16-14-13-12 cm meet vanaf de scheiding. Er is 4 cm over tot de gewenste afmetingen. Brei 1 naald recht en minder tegelijkertijd 4-4-10-16-16-16 steken verdeeld = 78-82-86-90-94-100 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei 4 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht. Kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 24-23-20-18-17-16 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de knopen aan de linker voorbies. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (18)
Carina wrote:
Bueno gracias pero al final he empezado los aumentos después de esas primeras 4 filas de punto jersey para que todo cuadre
22.04.2024 - 18:21Carina wrote:
Es que en esas 4 vueltas de punto jersey ya se han aumentado 4 puntos y entonces el delantero derecho no queda simétrico con el izquierdo. O es que los aumentos no se empiezan hasta que lleguen los calados? Por favor contestadme aunque sea pesada porque ya lo he deshecho 4 veces Gracias
19.04.2024 - 13:50DROPS Design answered:
Hola Carina, los aumentos comienzan como se indican en el patrón. Si trabajas los aumentos incorporando los puntos nuevos en A.1, como se ha contestado en la pregunta anterior, el patrón no debería descuadrarse. Cada diagrama del delantero sigue teniendo su número de puntos concreto, mientras que el resto de puntos de los aumentos en A.2, A.3 y A.4 se trabajan con A.1, que serían como un trozo de A.2/A.3/A.4. A la hora de trabajar A.1, te aseguras de que la repetición de A.1 no interrumpa los otros diagramas. Estas repeticiones deberían quedar después de A.2, antes de A.4 y a los lados de A.3.
21.04.2024 - 23:29Carina wrote:
Es que en esas 4 vueltas de punto jersey ya se han aumentado 4 puntos y entonces el delantero derecho no queda simétrico con el izquierdo. O es que los aumentos no se empiezan hasta que lleguen los calados. Por favor contestadme aunque sea pesada porque ya lo he deshecho 4 veces Gracias
19.04.2024 - 01:57DROPS Design answered:
Hola Carina, los aumentos comienzan como se indican en el patrón. Si trabajas los aumentos incorporando los puntos nuevos en A.1, como se ha contestado en la pregunta anterior, el patrón no debería descuadrarse. Cada diagrama del delantero sigue teniendo su número de puntos concreto, mientras que el resto de puntos de los aumentos en A.2, A.3 y A.4 se trabajan con A.1, que serían como un trozo de A.2/A.3/A.4. A la hora de trabajar A.1, te aseguras de que la repetición de A.1 no interrumpa los otros diagramas. Estas repeticiones deberían quedar después de A.2, antes de A.4 y a los lados de A.3.
21.04.2024 - 23:29Carina wrote:
Gracias, pero otra pregunta, en la talla XL, en A2 por ejemplo, ya no serán 28 puntos al empezar el dibujo de calados, no? Perdón por preguntar tanto, pero este patrón me está costando un poco Gracias por todo
18.04.2024 - 16:37DROPS Design answered:
Hola Carina, si aumentas puntos en A.2 esos puntos dejan de ser parte de A.2 y pasan a ser parte de A.1. Estos puntos se trabajarán en punto jersey (como la gran mayoría del diagrama A.1) hasta tener suficientes como para trabajar el diagrama A.1 completo, con los calados incluidos.
21.04.2024 - 23:25Carina wrote:
Hola Entonces las 4 primeras filas en punto jersey de A2, A 3 y A4 se hacen o no? Por favor contestadme Gracias
18.04.2024 - 14:56DROPS Design answered:
Hola Carina, las 4 primeras filas de A2, A 3 y A4 se hacen en punto jersey. Saludos!
18.04.2024 - 15:24Carina wrote:
Y por qué A2, A3 y A4 tienen 4 filas de punto jersey y A1 empieza ya con el patrón de calados? Este patrón no está bien explicado.
17.04.2024 - 11:59DROPS Design answered:
Hola Carina, A.1 muestra 1 repetición del patrón. A.2, A.3 y A.4 muestran el patrón de calados en el delantero derecho, espalda y delantero izquierdo, respectivamente. Cuando aumentemos, los puntos aumentados se trabajan según A.1. Por lo tanto, A.1 no se empieza a trabajar hasta tener suficientes puntos para ello y se trabaja dentro del patrón de calados de A.2, A.3 y A.4. Mientras que los otros comienzan con 4 filas en punto jersey y después comienzan el patrón de calados, donde se irá incorporando A.1. Por ejemplo, puedes ver que A.3 (espalda) tienes 4 repeticiones completas del diagrama A.1.
21.04.2024 - 23:18Carina wrote:
Hola otra vez Pero si el aumento coincide justo con el dibujo de los agujeritos ya se desbarata todo, no? Gracias
15.04.2024 - 11:16DROPS Design answered:
Hola Carina, los aumentos no pueden coincidir con el dibujo de calados. El dibujo de calados solo se trabaja como repetición extra una vez tengas suficientes puntos como para trabajar una repetición completa del patrón de calados; en caso contrario estos puntos se trabajan en punto jersey. De esta forma, el patrón de calados no se desbarata con los aumentos.
21.04.2024 - 23:09Carina wrote:
Hola. No entiendo bien este patrón: los aumentos se hacen al mismo tiempo que A2, A3 y A4? Entonces va a ser complicado que encajen los puntos, no? Gracias
14.04.2024 - 23:11DROPS Design answered:
Hola Carina, A.1, A.2. A.3 y A.4 son el mismo patrón de puntos, pero ligeramente variados o extendidos. Por lo tanto, el dibujo de calados se obtiene con cualquiera de los diagramas y son casi intercambiables, ya que mayoritariamente varían en el largo/ancho de los diagramas. Cuando vayas aumentando puntos, los puntos se trabajarán según el diagrama A.1. Por lo tanto, a medida que tengas más puntos podrás añadir más repeticiones del patrón de calados.
15.04.2024 - 00:01Sophie wrote:
C’est la première fois que je fais un cardigan et je dois avouer que je ne comprends absolument pas vitré patron/diagramme. Je crois que je vais simplement trouver un patron plus facile.
19.02.2024 - 21:34Sophie wrote:
Qu’est-ce que vois voulez dire par « s’assurer que A1 soit bien aligné vis à vis À2 A3 et A4? Je ne comprends pas trop le motif. À quel moment doit-on débuter le diagramme
19.02.2024 - 03:07DROPS Design answered:
Bonjour Sophie, le diagramme A.1 montre un rapport du point fantaisie, lorsque vous avez terminé les diagrammes A.2-A.4 vous devez continuer les motifs exactement comme avant, ils doivent être espacés de 7 mailles au 1er rang et 7 rangs entre chaque. comme avant. Bon tricot!
19.02.2024 - 09:41